In de eerste pagina’s van Agnetha Fältskog. The girl with the golden hair zien we de wereld door de ogen van een klein meisje. Zij reist door haar huis, langs gangen, trappen en deuren, op zoek naar het geluid, dat gekke geluid dat iets in haar lijf, in haar buik, in haar hart doet opspringen – waar komt het vandaan? Pas in het huis van de bevriende buren, waar ze altijd binnen mag lopen, ziet ze het: het is oom Sigge, de buurman, die aan een rare tafel zit en die tafel geluid laat maken. Hij noemt het een ‘piano’. De kleine Agnetha mag naast hem op de kruk komen zitten. Ze drukt een toets in. Ze maakt geluid, ze maakt muziek. Haar reis is begonnen.

Reizen

Door dit gehele boek, een ongeautoriseerde biografie van het misschien wel meest beeldbepalende lid van ABBA, spelen reizen een belangrijke rol. We zien de tiener Agnetha, die als kind al haar eigen liedteksten en arrangementen schreef, en nu overdag een baantje heeft als telefoniste bij een garage in het slaperige stadje Jönköping, maar ieder weekend in een grote bus langs festivals reist met het dansorkest waarvan zij een van de zangeressen is. Wanneer de band een demo opstuurt naar Cupol Records in Stockholm, willen de bandleiders met haar praten: mochten ze echt een plaat mogen gaan opnemen, dan zullen ze op zoek moeten naar een professionele artiest, en zal Agnetha het veld moeten ruimen.

Niet lang daarna wordt diezelfde Agnetha, zittend achter de telefoon bij de garage, gebeld door Cupol Records: met dat dansbandje kunnen ze weinig, maar wat hen wel opviel, was haar stem. Of ze een solo-album zou willen opnemen in Stockholm.

Ik was zo verliefd

En zo zet de reis van dit 18-jarige meisje zich voort: van het station van Jönköping met haar vader naar Stockholm. In de studio daar nam Agnetha haar eerste album op, dat simpelweg haar eigen naam zou dragen. Veel liedjes op het album waren geschreven door anderen, maar niet allemaal: Agnetha zong ook haar eigen, gedragen en melancholische Jag var så kär (Ik was zo verliefd). Aan de andere kant van het glas hoorden de mensen van Cupol iets bijzonders gebeuren. Ze besloten dat dit Agnetha’s eerste single moest worden, en niet veel later klonk haar stem op alle Zweedse radiozenders.

Agnetha bracht in de jaren die volgden meerdere Zweedstalige albums en singles uit, en het publiek sloot haar in de armen. Opvallend daarbij was dat juist haar eigen materiaal telkens het meest geliefd bleek. Ze hoefde geen volgzaam zangeresje te zijn, haar grootste kracht was die van singer-songwriter. Agnetha’s jonge meisjeshart zat vol heimweemuziek over pijn, afscheid en verloren liefdes. Ze wist mensen te raken met een onverklaarbare diepte in haar jonge, lichte stem.

‘ABBA Agnetha’

En toen begon ABBA. Dat verhaal is welbekend, en wordt waarschijnlijk in andere boeken beter en vollediger beschreven dan door Daniel Ward. Agnetha was in deze jaren vooral ‘ABBA Agnetha’, zoals ze in de pers vaak gemakshalve werd aangeduid. Het enige persoonlijke beeld dat de lezer in deze fase van haar krijgt, is dat van een jonge moeder die tijdens alle wereldtournees haar huis en haar kinderen vreselijk mist.

Hoe groter ABBA’s succes, hoe groter Agnetha’s onzekerheden werden. Ze ontwikkelde een vliegangst, die er eerst voor zorgde dat Björn en zij nooit tegelijk vlogen (zodat de kinderen nog iemand over hadden als een van de twee zou verongelukken), en haar later überhaupt niet meer een vliegtuig in kreeg. Verre reizen werden zo voor Agnetha bijna onmogelijk. Het paste in het plaatje van de enige van de vier die altijd al grote moeite had met de roem. Ze voelde zich onzeker over alles, en wist dat niet te overwinnen.

Die donkere kant van Agnetha gaf een gelaagdheid aan sommige ABBA-teksten. Soms voor de hand liggend: tijdens hun tour in 1977 speelde ABBA de mini-rock opera The girl with the golden hair, over een ‘small town girl’ die wereldberoemd wordt als zangeres en zich door de roem opgesloten voelt in zichzelf. Maar soms ook subtieler: hoe moet Agnetha in 1979 Gimme Gimme Gimme (a man after midnight) hebben opgenomen, net een jaar gescheiden van Björn, net een week verlaten door haar nieuwe vriend, alleen in haar donkere huis, misschien wel daadwerkelijk hopend op iemand die in de nacht de schaduwen uit haar hoofd jaagt? En dat The winner takes it all gerelateerd kan worden aan haar scheiding van Björn was al bekend, maar op overtuigende wijze weet de schrijver de magie te schetsen van het moment waarop Agnetha dit lied inzong in de studio, en iedereen voelde hoe ze op briljante wijze wist te balanceren op de grens van inlevingsvermogen en pathetiek.

Radicale rust

Agnetha bracht in de jaren na ABBA nog drie Engelstalige solo-albums uit, die doorgaans zeer goed werden ontvangen door critici en publiek, maar haar steeds grotere angst voor de spotlights zorgde voor telkens haperende promotiewerkzaamheden en tegenvallende verkoopcijfers. Privé ging het Agnetha ook niet goed af; de omgang met de mensen om haar heen verliep stroef, en haar relaties, een enkele zelfs tot verloving aan toe, liepen vroeg of laat allemaal stuk.

In 1987 bracht dit haar tot een radicaal besluit: haar reis leidde haar weg van de bewoonde wereld. Op indrukwekkende wijze vertelt Ward hoe Agnetha alle banden met de wereld verbrak. Ze verkocht haar woning in Stockholm en trok in een afgelegen huis op het eilandje Ekerö, ver van de grote stad. Ze weigerde vanaf nu ieder interviewverzoek, ze verbrak vriendschappen en contact met familie. Ze luisterde zelfs geen muziek meer. Er moest rust in Agnetha’s hoofd komen, en die rust kon blijkbaar alleen op deze manier worden bereikt.

Rond die tijd is het boek van Daniel Ward al bijna ten einde. En dat terwijl de lezer hier misschien wel het meeste naar uitkeek: antwoorden krijgen op vragen over Agnetha’s donkerste periode, de langdurige, bijna totale afwezigheid in de jaren ’90. Die antwoorden zijn er maar deels. Dit is dan ook een niet-geautoriseerde biografie, over een vrouw die het liefst een gesloten boek is en haar muziek voor zichzelf wil laten spreken. Ward staat er wel bij stil, de cultus die om Agnetha ontstond, als een nieuwe Greta Garbo. Ook het bizarre verhaal rondom Agnetha’s Nederlandse stalker en tijdelijke geliefde Van der G. wordt verteld, en vrij uitgebreid ook, omdat het tekenend was voor de donkere periode waar Agnetha in verkeerde.

Onafgerond verhaal

Maar verder dan een zo feitelijk mogelijke weergave van deze periode komt Ward niet, en dat kan ook niet zonder de medewerking van de hoofdpersoon. Ward moet het doen met vertellingen uit tweede hand en citaten uit interviews die Agnetha heeft gegeven. Zelf schreef ze in 1997 het boek Som jag är (Zoals ik ben), als reactie op verhalen in de roddelpers over haar verleden bij ABBA en haar kluizenaarschap, maar dat boek werd door critici vooral als ‘warrig’ en ‘vreemd’ bestempeld. Een echte autobiografie zou je het niet kunnen noemen, en in dat opzicht vult het boek van Daniel Ward op fraaie wijze een leegte in wat we weten van ‘the girl with the golden hair’: hij brengt de feiten samen, oordeelt niet, en plaatst het verhaal in een begrijpelijke context. Voor wie een beter beeld van Agnetha Fältskog wil krijgen, is dit boek dan ook een prettig leesbare, mooi vormgegeven aaneenrijging van feiten en citaten.

En Agnetha’s reis, die is nog niet ten einde. In de afgelopen jaren verbrak ze haar periode van totale afwezigheid: in 2004 tijdelijk met een coveralbum, in 2013 volgde definitief haar comeback met het alom bejubelde album A. Heel raak plaatst de schrijver haar tot slot in het vliegtuig voor een promotietrip naar de VS. Agnetha durft weer te vliegen. De schaduwen in haar hoofd zijn er nog, maar het was de muziek die haar uit haar isolement wist te trekken, en de muziek die bij haar zal blijven.


AGNETHA FÄLTSKOG. THE GIRL WITH THE GOLDEN HAIR
Daniel Ward
Fonthill Media, 2016
188 bladzijden
Engels