Een week of wat geleden stapte ik samen met een vriend een stokoud Vlaams café binnen. Het was vrijdagavond, er waren maar weinig gasten. J’aime, j’aime la vie. Aan de wand achter de toog hingen posters voor evenementen die de tijd al diep had weggestopt. J’aime, j’aime la vie. We gingen zitten en vroegen om pilsjes. Oh – de barman!  Ook hij kwam uit een ver verleden. Hij was minstens vijfenzeventig jaar oud, waarschijnlijk vijfentachtig, misschien vijfennegentig. Hij liep scheef, alsof hij nog altijd tegen een inmiddels verdampte liefde aanleunde. Hij schommelde met onze glazen, er sloeg nog net geen schuim over de rand, maar het moet wel zeeziek geworden zijn, dat schuim. Et tant pis s’il pleut un peu beaucoup sur moi. Sandra Kim zong.
‘Hé,’ zei ik, ‘een songfestivalliedje, het winnende, uit 1986.’
‘Proost,’ zei de vriend die mee was.
‘En dit?’ vroeg hij even later. Après toi, je ne pourrai plus vivre, pas plus vivre, qu’en souvenir de toi.
‘Dit ook,’ zei ik, ‘1972, Vicky Leandros.’
‘En dit?’ Don’t – don’t close your heart to how you feel.
‘Johnny Logan, 1987,’ zei ik.
‘O,’ zei hij.
‘Ja,’ zei ik, ‘het is blijkbaar Eurovisie-avond.’ En dat was het, want even later begon het bandje weer van voren af aan, en elk liedje klonk die avond nog zeker negen keer. J’aime, j’aime la vie.

Hoe vaak zal Sandra Kim dat al gezongen hebben? Op haar dertiende won ze, voor België. Zo hoog kwam het land daarvoor nog nooit en daarna nooit meer, het is nu precies dertig jaar geleden, ze heet eigenlijk Sandra Caldarone, ze zong later in het Frans, Engels en Nederlands, maar het festivalliedje bleef haar grootste hit, bij elk optreden, op elke plek, zingt ze het weer, ‘En,’ zegt ze – ook keer op keer – ‘ik ben dat nog altijd niet beu.’ Voor Sandra Kim is het eeuwig Eurovisie-avond. Ze is, in communautaire zin, zo Belgisch als je kunt zijn: bij sportgelegenheden bracht ze het volkslied in alle landstalen, en ter gelegenheid van de tiende verjaardag van de troonsbestijging van koning Albert II zong ze met een koor van andere artiesten een lied om de Vlaams-Waalse verbondenheid te benadrukken.

En nu, na de aanslagen?
Nu zal ze verstomd zijn. Ik weet niet of ze in Brussel woont, maar na wat er door de aanslagen aan levens en aan illusies verwoest is, zal ze het momenteel, dat kan haast niet anders, een te zware opdracht vinden om nog altijd dertien te zijn, eeuwig-winnend, stralend, juichend, ik hou, ik hou van het leven.

Maar het cassettebandje is niet stuk. En mocht het dat wel zijn, mocht de liedjeslooping die de stokoude barman in het stokoude café elke avond, elk weekend opstart zichzelf toch opeens kapotdraaien – dan nog kunnen alle Belgen het zingen: J’aime, j’aime la vie. Dat doen melodietjes die we van vroeger kennen, ze nagelen zich in ons brein. Bij mensen die traumatisch hersenletsel hebben opgelopen worden oude hits gebruikt om vergeten herinneringen terug te krijgen. En dan is er nog iets wat psychologen het reminiscentie-effect noemen: klassiek geworden liedjes brengen ons terug naar onze tienerjaren. Of, mooier nog, het mini-reminiscentie-effect: onderzoek van Krumhansl & Zupnick uit 2013 toont aan dat het ook geldt voor de muziek waar onze ouders, en in sommige gevallen ook onze grootouders naar luisterden. Nee, nee, nog bijzonderder: er is een studie die laat zien dat we niet eens de melodie nodig hebben om een weggeslagen verleden op te roepen – de tekst van het liedje dat je duizend keer gehoord hebt volstaat.

Daarom zal Sandra Kim niet werkelijk verstommen. België mag dan misschien op het lijf gebonkt en in het hart gebeukt zijn: de woorden hebben een kracht die vele malen sterker is, juist omdat die van binnen komt. Il faut y croire, j’ai moi aussi des flashs d’espoir, des insomnies, mais au total, à l’addition j’aime l’horizon: ‘We moeten blijven geloven, en natuurlijk heb ik ook flitsen van hoop en slapeloze nachten, maar alles bijeengenomen, alles opgeteld, hou ik van de horizon.’ Dus: van de mogelijkheden, van de kim, van de verte. Dat zong het dertienjarige winnaresje in 1986, en ze zingt het ook nu nog.

Want, lief België, als Sandra Kim niet meer klinkt valt ergens in een bejaard Vlaams café een barman om. En als dat gebeurt vallen jullie met hem mee. Maar wees gerust: tant pis s’il pleut un peu beaucoup sur vous, ook al regent het een beetje veel op jullie, J’aime, j’aime la vie is niet weg. Is nooit weg. Het klinkt op uit jullie zelf.