Afgelopen week had ik een heerlijk klein meningsverschil met mijn mede-Eurostoriërs. Wat was er aan de hand: Italië stuurt dit jaar de charmante Francesco Gabbani naar het songfestival (man met het charisma van Clark Gable en de kledingsmaak van Jack Kerouac) met het aanstekelijke nummer Occidentali’s Karma. De clip ging afgelopen weken viral dankzij de geweldige dansmoves: we zien Gabbani met een man in een apenpak een dans doen die zelfs de motorisch beperkten onder ons kunnen nabootsen. Ik denk dat er sinds de Macarena weinig choreografieën makkelijker te kopiëren zijn geweest zonder jezelf belachelijk te maken. Los van de danspassen en de aanstekelijke melodie is er nog iets interessants aan de hand met deze inzending: de tekst laat standaard Eurovisiegemeenplaatsen als liefde, dood en oorlog/vrede links liggen en levert in plaats daarvan kritiek op de Zeitgeist.

Mijn redactiegenoten waren alleen daarom al opgelucht, want eerlijk is eerlijk: een Eurovisie-inzending is vaker wel dan niet een talige teleurstelling. De tekst van Occidentali’s Karma is ook door andere songfestivalkenners al uitvoerig geprezen. Het zit vol verwijzingen naar wetenschap, literatuur en filosofie. Maar is het daardoor een góéde tekst? Ik pakte het origineel en de vertaling (ik heb sinds groep vijf geen Italiaans meer gehad) er maar eens bij.

Laten we eerst eens even nagaan wat de tekstschrijvers er zelf mee hebben bedoeld, voor we aan het overinterpreteren slaan. In interviews hebben ze gezegd dat het nummer de draak steekt met hoe westerlingen troost zoeken in Oosterse rituelen: ze gedragen zich ten opzichte van Oosterse wijsheden als toeristen in een vakantiedorp. Ze gebruiken oude filosofieën als shortcuts om snel gelukkig te worden.

Dat statement is leuk, en voor Eurovisiebegrippen zeker verfrissend. Wat niet wil zeggen dat de schrijvers opeens het ei van Columbus hebben uitgevonden: bij denkers als Slavoj Žižek en de Dalai Lama kom je deze overtuiging al decennia tegen, in de fenomenale satire Yoga Bitch maakt Suzanne Morrison gehakt van de hele commerciële industrie die er is ontstaan door yoga en zen. In de Nederlandse roman De Consequenties van Nina Weijers wordt ook flink tegen de exploitatie van het Oosters gedachtegoed aangeschopt:

‘Minnie liet haar ogen langs de tientallen tubes, potjes en flesjes op de wastafels en in de douchecabine gaan. Fortune Oil, Happy Handlotion, Good Luck Scrub, Touch of Happiness, Happy Buddha, Yogi Flow, Shanti Chakra, Shikakai Secret… Nooit eerder, dacht ze, was het westerse oriëntalisme zo slim in de markt gezet. Voor een paar euro kon iedere hardwerkende middenstander zich, na een kant-en-klare wokmaaltijd van Conimex of wat koude brokken supermarktsushi, wentelen in de typisch oosterse weldaad van zijn douchegel.’

Over naar de tekst zelf. Goed, het idee is niet nieuw, maar is het dan tenminste intelligent gedaan? Wat dat betreft kan ik, in het bezit zijnde van uitstekende smaak, helaas niet het volkslied van de daken schreeuwen. De tekst is overduidelijk satire, maar het ontstijgt qua diepgang niet het niveau van de gemiddelde lezerscolumn in de Metro. Er wordt wat gekoketteerd met literatuur en filosofie door te verwijzen naar Hamlet en het werk van Erich Fromm (‘to be or to have to be’), er zit wat Heraclitus in (panta rhei, gaap) en volgens de auteurs verwijzingen naar The Naked Ape van Desmond Morris. Dat is allemaal leuk en aardig, maar deze intertekstualiteiten voegen weinig toe. Ze suggereren een beetje belezenheid maar impliceren voornamelijk een matig talent voor googelen. Er wordt niets snedigs gedaan met de handvol citaten en verwijzingen die de schrijvers in de tekst hebben gestopt, en het gevoel bekruipt me dat iedereen met wifi dit soort lyrics binnen een halfuur in elkaar kan schroeven. Het punt dat het nummer, volgens de schrijvers althans, wil maken, komt door de tekst zelf helemaal niet naar voren.

Je zou kunnen zeggen dat al dat graaiwerk uit de citatenbak van het Westen en Oosten juist de essentie van het nummer onderschrijft. Dat er op tekstueel niveau hetzelfde hersenloze jatwerk plaatsvindt als wij westerlingen doen met betrekking tot Oosterse spiritualiteit. Dat zou kunnen. Maar dan ben ik er alsnog niet van onder de indruk. Ik vraag me af waarom de auteurs niet de geweldige uitspraak dat de westerling toerist speelt in de Oosterse denkwijze, in de tekst hebben verwerkt. Nu is het niet meer dan een quilt vol citaten, bedoeld om de toehoorder te laten lachen, om zichzelf te feliciteren met de eigen algemene ontwikkeling als hij een verwijzing snapt. Een postmodern geintje, terwijl we het postmodernisme echt al jaren geleden hebben uitgestrooid.

Wat niet wegneemt, en dat is ook een beetje het verdrietige, dat de tekst van beduidend betere kwaliteit is dan de meeste inzendingen. En in het Italiaans bekt het geweldig dankzij de intelligente binnenrijmen en mooie alliteraties. Misschien wil ik, zodra een liedje buiten de gebaande paden gaat, meteen teveel. Dat er uitzonderlijk veel applaus is voor een middelmatige tekst is zegt meer over het niveau van de inzendingen. Maar dat wil niet zeggen dat wij, als fans, daarom niet méér moeten willen eisen. Niet voor niets is daarvoor de Eurostory Award in het leven geroepen, die jaarlijks de mooiste zin uit een liedje beloont. Want je kan wel zeggen dat het festival draait om glamour, politiek en cultuur, maar ook wát er wordt gezongen mag daarbij niet uit het oog worden verloren.