‘Wat een feest!’ zet Eddy Ouwens als onderschrift bij een foto van Teach-In na aankomst op Schiphol. ‘Altijd bezeten geweest van het Eurovisiesongfestival en ‘m dan winnen!’ Wie de beelden van 1975 terugkijkt, ziet na het bekendmaken van de winnaar hoe eerst tekstschrijvers en arrangeurs het podium op mochten komen voor hun prijs. Dick Bakker, Will Luikinga en Eddy zelf – de eerste twee wat houterig en ingetogen, de derde stuiterend als een uitgelaten schooljongen. Precies die Eddy Ouwens staat centraal in zijn biografie, die afgelopen jaar verscheen.

De jongen in Stockholm

Voor Eurovisie-fans is de naam Eddy Ouwens onlosmakelijk verbonden aan het Songfestival. Dat begon misschien wel op 8 juni 1973. Als kersverse presentator van het VARA-tv-programma Popzien mocht Eddy het eerste buitenlandse optreden aankondigen van het dan nog onbekende Zweedse groepje ABBA. Twee jaar later schreef hij met Bakker en Luikinga het nummer Ding-a-dong voor de band Teach-In. Het gezelschap won het nationale songfestival en mocht naar Stockholm, waar het Eurovisie Songfestival plaatsvond vanwege de winst het jaar ervoor van, inderdaad, dat Zweedse groepje.

Ouwens reisde mee met Teach-In naar Stockholm, en werkte elke dag met de band aan het lied, het geluid, de presentatie. Hoe hij zijn ervaringen in Stockholm omschrijft, is exemplarisch voor de twee stemmen die in het hele boek doorklinken. De ene vertelt over de vele keren dat Ouwens naar eigen zeggen door mensen is belazerd, gebruikt, uitgezogen. Het is een verhaal vol leugens, bedrog en vriendjespolitiek. Ook rond het management van Teach-In gaat wat dat betreft in die dagen het nodige mis.

Maar de andere stem is die van het jongetje, dat op zijn zevende al voor de artiesteningang van de schouwburg stond om handtekeningen te verzamelen. Het jongetje dat zich brutaal uit het Rotterdamse arbeidersmilieu omhoog werkte en telkens in zijn leven nieuwe hoogtepunten bereikte. In Stockholm staat dat verwonderde kind gespannen aan de zijlijn, in de hoop dat ze ‘zijn liedje’ zo goed mogelijk op het podium krijgen. ‘In mijn hotelkamer staar ik naar het plafond. Straks moeten ze zich presenteren aan een miljoenenpubliek. Zal alles goed gaan? Hebben we echt genoeg gerepeteerd? Het maalt in mijn hoofd, van mijn plan om even wat te slapen komt niks terecht. Het is alsof ik straks zelf het podium op moet.’

Geen druk in Parijs

De rest is geschiedenis: Teach-In won, de voorlopig nog altijd laatste Eurovisiewinst van Nederland. Over zijn tweede bijdrage aan een inzending, twee jaar later, schrijft Ouwens minder, en minder ingeleefd. Hij stelde de groep Harmony zelf samen, regelde de inzet van tekstschrijvers en zorgde dat de groep met twee liedjes kon deelnemen aan de nationale finale. Die werd gewonnen; ze mochten naar Parijs. ‘Ik voel geen enkele druk,’ schrijft Ouwens over die tweede keer Eurovisie. ‘Nog een keer winnen zou geweldig zijn, maar Harmony is een gelegenheidsgroep. Er lonkt geen toekomst, het liedje had ik toevallig nog liggen, alles is meegenomen eigenlijk. De groep is toch zwaar teleurgesteld als ze als dertiende eindigen. Mij doet het niks, ik heb het druk genoeg.’

De man in Göteborg

Eddy Ouwens gaat verder met zijn carrière, waarin alles wat hij aanraakt in goud lijkt te veranderen. Tien jaar na de winst van Teach-In, en na talloze andere avonturen, doemt het Eurovisie Songfestival toch weer op. Na een reeks slechte uitslagen roept Noorwegen in 1985 de hulp van Ouwens in. De band en het lied zijn al gekozen, wat kan Eddy doen om te zorgen dat zij in Göteborg een keer hoog kunnen eindigen? Ouwens, met zijn neus voor hits en succes, ruikt meteen iets moois: de Bobbysocks hebben met La det swinge goud in handen. Maar er moet nog veel gebeuren.

En daaruit blijkt zijn blik op Eurovisie die, eigenlijk al sinds de winst van ABBA in 1974, steeds meer was terug te zien in de Eurovisiesuccessen: de volledige act telt, niet alleen de kwaliteit van het liedje. Alles om het optreden heen doet er toe. Ouwens haalt de twee zangeressen naar Nederland, waar hij choreografen en pr-professionals hun act onder handen laat nemen. Er wordt onder meer bedacht dat de dames niet al stijf op het podium staan, maar bij het instarten van de muziek het podium op moeten rennen – waar kennen we dat ook alweer van, een bepaald Zweeds bandje in 1974?

Noorwegen eindigt niet alleen hoog, ze winnen, en Eddy wordt op handen gedragen. Klonk hij over de zege met Teach-In in 1975 nog als een verwonderd kind, in Göteborg loopt een man rond die het heeft gemaakt. Een gouden toekomst lonkt voor de Noorse band, maar Ouwens ziet iets heel anders. ’Ik begeleid de Bobbysocks nog met hun volgende single, maar dan stop ik ermee, want al in het hotel na de overwinning vertrouwde Hanne (een van de zangeressen, JS) me iets toe: ‘We hebben ook al een manager, hoor. Mijn man stopt maandag met zijn baan en gaat ons begeleiden.’ Einde verhaal voor mij, ik weet genoeg. (…) Ze snappen niet dat managen iets is wat je langzaam leert, niet iets wat je gewoon maar even doet. Door de ervaring leer je wanneer je waar de juiste publiciteit haalt. Wanneer je ja of nee op een boeking moet zeggen. Waarom je niet moet toelaten dat een band zich over de kop speelt, zoals bij Teach-In, alleen maar om het grote geld binnen te halen. Je bouwt aan een carrière, je blaast ‘m niet op.’

De ogen van anderen

Die visie bracht hem en de artiesten die hij begeleidde veel goeds, gedurende een aantal gouden decennia. Diepe dalen kwamen er, vooral later, ook. Ouwens begon met schrijven aan Van hitmiljonair naar schuldsanering tijdens zijn behandeling voor gokverslaving in 2010. Die verslaving, en de vele verkeerde zakelijke beslissingen die hij tijdens zijn succesjaren maakte, brachten hem financieel en mentaal uiteindelijk aan de grond. Openhartig vertelt hij over die jaren, maar het blijft natuurlijk een eenzijdig perspectief. Wie is Eddy Ouwens in de ogen van anderen? Dat blijft een vraag die na het lezen van dit boek niet geheel beantwoord is. Dick Kooiman, oud-hoofdredacteur van Popfoto en Muziek Express, schreef een voorwoord dat de aard van boek en auteur goed weergeeft. “Het boek is nu klaar en geeft mij, onverwacht, een andere kijk op Eddy Ouwens. Eddy laat inderdaad niets onvermeld en geeft zich in dit boek helemaal bloot. Het had naar mijn idee wat subtieler gekund. Maar hij wilde niet luisteren.”


VAN HITMILJONAIR TOT SCHULDSANERING
Eddy Ouwens
Overamstel Uitgevers, 2017
256 bladzijden
Nederlands