Dat Edward van de Vendel een sportieve vent is, weet ik al een tijdje. Hij schreef niet voor niets boeken als Ajax wint altijd, Oliver en De Dagen van de bluegrassliefde waarin fysieke krachtmeting een belangrijke rol vervult, maar écht in actie had ik hem nog nooit gezien. Tot gisteravond. In een afgeladen perscentrum in Stockholm haalde de Letse zanger het allerlaatste balletje met daarin een papiertje uit een grabbelbak. Er volgde applaus, de persconferentie liep ten einde en fotografen wierpen schichtige blikken op de reclamezuil waar artiesten niet veel later hun meest flatterende – uitgeput, voor de duizendste keer en wéér die glimlach – pose aannamen. Op het moment dat de eerste cameramannen hun statieven de lucht in tilden, zette Edward een spurt in waardoor de rest van de omgeving zooltjes van lood leek te hebben.

In een flits stond de Vendel aan de andere kant van de conferentieruimte en was ik de man van de achtervolging. Uitgeput stond hij bij de donkerblauwe afzetkoorden waar het niet veel later grijs zag van de internationale pers, want de Oekraïense zangeres (en tevens favoriet voor de eindoverwinning) Jamala maakte haar opwachting. Wij hadden slechts één doel: ons persbericht aan het hoofd van de Oekraïense delegatie overhandigen. Een dertigkoppige vakjury met daarin onder meer Niña Weijers, Ionica Smeets, Cornald Maas en André Vermeulen had aangegeven dat haar tekst de allermooiste zin van de festivaleditie bevatte. Net als het publiek. Dat verdiende een prijs. Hoewel het keidruk was, veroverden wij met de charmes van een Churandy Martina in Stockholmland het telefoonnummer van de Pr-man van Jamala. Of wij morgen wilden terugbellen: het kwam nu even helemaal niet uit.

De dag erna (toen we eigenlijk al dachten no way teruggebeld te worden) ging de telefoon. Er verscheen een 0046-nummer op het schermpje en toen ik opnam, klonk er aan de andere kant van de lijn Engels met Oekraïense tongval. Of wij over twintig minuten in het perscentrum konden zijn om ‘de award uit Nederland’ te overhandigen. Weer die Usain-Bolt-kuiten van Edward en als er een Wereldkampioenschap Spullen Bij Elkaar Schrapen bestaat, dan ging het goud naar ons. Eenmaal in het perscentrum kwam zangeres Jamala vanachter een zwart gordijn (leidend naar het afgeschermde deel voor de delegaties) tevoorschijn. Edwards gezichtsuitdrukking klaarde op. Voor de camera’s van de Franse zender Canal Plus overhandigde hij onze bokaal aan haar. De Oekraïense was zichtbaar aangedaan en gaf ons een stevige omhelsing. ‘Thank you so much. Thank you, thank you.’ Ondertussen werd de volgende ploeg journalisten geïnstrueerd. Dat ze het kort moesten houden en maximaal vijf minuten hadden. Een statief werd klaargezet, een lens afgestoft en wij hadden een award achtergelaten. Bij een nieuwe eigenaar.