Beste Michael,

Die hele week ging het eigenlijk over anderen. Netta, Eleni, Mikolas. Zij traden al op in de halve finales, Europa kende hen al. Jou nog niet, want als een van de ‘Big Five’ zou je zaterdag, in de finale, pas voor het eerst optreden. Je stond niet op mijn netvlies. Ik had niet echt aan je gedacht. Tot je lied begon, die avond. You let me walk alone. Zelf geschreven, over je vader die overleed toen jij veertien was. Je zong raak, zuiver, persoonlijk. Achter je, in zwart-wit, speelde zich een verhaal af dat mensen herkenden. Even dacht ik: straks wint een liedje waar ik de hele week niet aan heb gedacht.

Je won niet, je werd vierde. Maar in het diffuse festival van 2018, waar jury’s en televoters het zo met elkaar oneens waren, was jij de eerste die in beide kampen hoog eindigde. Je miste het podium net, anderen stonden in de schijnwerpers, maar You let me walk alone was het verhaal dat mensen samen had gebracht.

Radio
Na die avond, na het spektakel, het vuurwerk, werd het stil, steeds stiller rondom de hoogste drie liedjes van het festival. Voor mij waren ze al snel alleen nog neuriedeuntjes. Ik weet nog dat ik Radio 2 luisterde en opeens de openingstonen van een piano hoorde, en dacht: waar ken ik dat toch van? Het was jouw nummer. Het klonk al snel overal. Je haalde er zelfs een gouden plaat mee.

Melkweg
Een jaar verder. Eind januari. Je bent in Amsterdam voor een concert. Een paar maanden daarvoor waren we bij Blanche, de Belgische nummer vier van 2017. In het bovenzaaltje van Paradiso stond hooguit een man of vijftig. Hoe goed en vernieuwend ze ook was, ze leek ergens, bijna, vergeten. En misschien zijn we daar ook wel bang voor nu we De Melkweg in lopen.

T-shirt
Maar opnieuw verras je ons: het is uitverkocht. En nog een verrassing: van het ingetogene van You let me walk alone is niets meer over; de avond fonkelt, spettert, knalt. Jij loopt rond over het podium als op een feestje, een zomerfeestje (want in T-shirt), van vriend naar vriend, de microfoon losjes in je hand. We zijn in een pub, het bier vloeit rijkelijk, condens op de ramen, de band zet nog eens aan, jij zweept de mensen op.

Stephan
Steeds opnieuw zoek je naar het verhaal dat mensen samenbrengt. Of is het toeval dat je enige gast die avond Stephan Bouwman is, de zanger en voormalige The Voice-deelnemer die als dj bij Q-Music vorig jaar opzien baarde door openlijk zijn depressie bespreekbaar te maken? Jullie zingen samen Bonnie Raitt’s I can’t make you love me en krijgen de zaal stil.

Lena
Natuurlijk, er zijn Eurovisie-verwijzingen. Tegen het einde van de avond sta je, een beetje achter op het podium, wat te jammen bij de toetsenist. Horen we dat nou goed? Een onherkenbaar jazzy deuntje, maar waar kennen we die tekst van? I went everywhere for you / I even did my hair for you / I bought underwear, they’re blue / And I wore ‘em just the other day. Dan is het niet meer te missen: een ode aan Lena, de laatste Duitse Eurovisiewinnaar (2010). De zaal herkent het, maar niet massaal. Dus nog eens wordt duidelijk: hier staat een artiest voor wie Eurovisie een geweldige stap was, maar geen allesveranderende gebeurtenis. Jij maakte al muziek, maakte verhalen, en bent dat blijven doen.

Veertien
Overal in het publiek zijn die verhalen terug te zien. Mensen voor wie een van jouw liedjes ‘hun liedje’ is geworden. Natuurlijk wordt het allerhardst meegezongen met You let me walk alone, helemaal aan het einde van de avond. We kijken om ons heen. Achterin, net binnen het bereik van de lichten, staan een moeder en haar zoon. Geen vader. Hij is een jaar of dertien, veertien. Ze zingen mee, allebei met hun ogen dicht. Nog één keer wordt het refrein aangezet.

En jij, op het podium, kijkt – misschien wel naar die twee daar achterin – en zwijgt. Het publiek maakt het verhaal af.